Vanmiddag kwam Imker Marije haar volk inspecteren. De vorige keer was de bijenkast uitgebreid met twee kasten, dus het was spannend of de bijen zich de nieuwe ruimte al hadden eigen gemaakt.
Dochter Adelinde was meegekomen en ze had schoolvriend Bram meegenomen. Een mooi stel als ze samen boterbloemen plukken. Ze hebben ruimte genoeg om zich op de kavel te vermaken.
Imker Marije opent de kast met een speciaal gereedschap. Bijen maken de kast vaak hermetisch dicht. In de bovenste kast zijn wel wat bijen te vinden maar ze hebben nog geen cellen opgebouwd op de raten.
In de volgende laag is al veel meer activiteit. Er is broed te zien, en een aantal raten zijn duidelijk zwaar van de honing.
Maar het wordt pas druk in de onderste kast. Je kunt de raat haast niet zien omdat er zo'n dikke krioelende laag bijen op zit.
Imker Marije versuft de bijen een beetje met rook, maar eigenlijk is het niet eens nodig. Met het prachtige zwoele weer voelen ze zich blijkbaar goed op hun gemak.
Maar er is wel iets wat Imker Marije zorgen baart. Grote bolletjes, die zij zwermcellen of moerdop noemt. Daarin worden waarschijnlijk nieuwe koninginnen grootgebracht. Als die uitkomen, gaat die eropuit en neemt die een deel van het volk mee. Dat wordt dan een zwerm bijen. Vandaar zwermcel.
Zeker omdat de kast net is uitgebreid is het niet de bedoeling dat ze nu al gaan zwerven.
Dus wordt er consult gehaald bij ervaren imkers Daphne en Hajo. Voorzichtig worden de zwerfcellen uit de raat gehaald.
Ondertussen leren we veel: we zien broed: jonge larven, aangewezen met het haakvormige gereedschap. En aan het einde kijken we een bijenlarve recht in de ogen.
Het is voor ons als leek vooral onvoorstelbaar hoeveel bijen in zo'n kast samenwerken.
Er zijn in ieder geval bloeiende bloemen genoeg. Hopelijk blijven ze nog lang in deze bijenkast.