Een weekje geleden hebben we ons na onze korte vakantie in België getracteerd op een bezoek aan de Hessenhof. Dit is een kwekerij van vaste planten; een echt familiebedrijf dat licht tussen Ede en Lunteren. Hier kweken ze de vaste planten allemaal zelf. Dat blijkt ook uit de mooie website, waarin ze van alle planten iets vertellen. Hoe ze aan het zaad komen, van een bevriende kweker ergens op de wereld, waarmee ze dus blijkbaar zaad uitwisselen.
Aan alles is te zien dat de beheerders van deze kwekerij trots zijn op hun levenswerk. De hele kwekerij heeft de uitstraling van een weelderig park.
Dat geld bovenal voor de tuin waar ze de moederplanten kweken. Die gebruiken ze dus om zaad te verzamelen of de planten te scheuren om ze daarna verder te kweken en te verkopen. Met de haag er omheen heeft het iets van een kloostertuin. Een feest om te bezoeken. Leuk ook dat de beheerder mensen uitnodigt vooral in juni langs te komen, om de moederplanten op z'n mooist te bekijken, en dan een lijst te maken welke planten je in het najaar kunt kopen.
Zo gestructureerd en voorbereid waren we niet. Wel hebben we van te voren een hele lijst gemaakt via hun website van alle interessante planten. Veel te veel natuurlijk. Maar ja, kunnen we nog een keer terugkomen.
Als je daar rondloopt, dan voelt het ook goed om de planten te beoordelen en de mooie gezonde planten te kiezen. En dan verzamel je toch al gauw ruim tachtig planten en de speciale karretjes die ze voor de bezoekers hebben klaarstaan. Het is dat we ons voorgenomen hadden om onszelf te tracteren. Anders is zo'n bezoekje toch een aanslag op je portomonnaie.
In het gebouw is een soort informele kantine gemaakt in een kas, en zelfs een heuse expositie van verschillende soorten herfstasters die nu bloeien. In bierflesjes; alles wordt hergebruikt. Mooie leesboeken op de leesplank, en koffie voor een kostendekkende bijdrage. Heerlijk!
Zelfs buiten de kwekerij rond de parkeerplaats hebben ze een prachtige border met bijzondere planten gemaakt. Een feest om te bekijken.
En als je dan thuis komt, valt het nog niet mee om al die planten een plekje te geven. Zoals het een voedselbos betaamt, groeien alle bomen en struiken en gezaaide planten totdat er geen kaal stukje grond meer over is. En als we deze vaste planten een goede kans willen geven, moeten we ze natuurlijk niet bij het volgende onderhoud met de bosmaaier verhakselen. Daarom hebben we er voor gekozen, om in onze moestuin een soort kwekerij te beginnen. Daar kunnen de planten wortelen en uitgroeien, waarna we ze op volwassen grootte kunnen uitplanten en vermeerderen.
We hebben nog best een klus eraan om een deel van de moestuin voldoende vrij te maken. Ook hier hebben distels, Ridderzuring en Weegbree de tuin aardig in beslag genomen. Samen met Marie-José is het toch gelukt. Zelfs nieuwe scheuten de grote Kardoen die al drie jaar in onze lage kas staat, hebben we verplant, zodat we komend voorjaar weer echt de lage kas kunnen benutten.
En we hebben kaardebollen geplant als experiment, die in de zaadkorf zijn gaan ontkiemen. Kijken of die tot een plant uitgroeien. Grappig is het in ieder geval wel.
Ook heb ik een klein droompje verwezenlijkt: in een hoekje van onze westelijke tuin ben ik een varen-tuintje begonnen. Nu met zes verschillende soorten. Als we ons weer eens willen tracteren, kunnen we deze verzameling uitbreiden.
Hopelijk kunnen de planten nu uitgroeien zonder dat (on)gedierte zich er ongenadig aan tegoed doet. We hebben helaas wel wat offers gebracht: kolen, bonen, druiven, fruit en zelfs uien zijn door een heus leger aan muizen, woelratten, slakken, wespen en spreeuwen tot maaltijd gemaakt. Maar niet onze maaltijd....
Toch maar een beleefde groet aan dit schattige Veldmuisje van 4 cm: voor het oog een lust, maar laat onze plantjes met rust.