De afgelopen week hebben we weer bijna 600 boompjes geplant in de bosstrook. Eduard en Zilla hebben meegeplant, en onze stagiaire Katja, en ook onze zoon Roy en vriendin Anouk hebben een flink aantal bomen geplant. Eerder in deze winter hebben we al een aantal Iepen-zaailingen en een overtollige eik een plekje in het bos gegeven. Vanmiddag heb ik de laatste drie boswilgen uit onze moestuin gespit en geplant in het bos. In totaal zo'n 590 boompjes.
In de bosstrook langs de Frederik van Eedenweg heeft Staatsbosbeheer een jaar of dertig geleden veel Essen geplant. Die zijn grotendeels ziek door de Essentaksterfte, een infectie met een soort klein zwammetje. Daardoor gaan de dunne takken dood, en uiteindelijk sterft de hele boom. Dit draagt eraan bij dat er afgelopen winter met de storm weer veel bomen zijn gekapseisd. Het houthakkersgilde heeft veel bomen weggezaagd. Daardoor zijn er grote open plekken gekomen in het bos. Het gevaar is dat er weinig bos meer over blijft. Gelukkig staan er in de bosstrook ook redelijk wat Haagbeuken, die de grote bomen in de toekomst zullen worden. Maar dat zijn er niet genoeg.
Daarom hebben we afgelopen twee jaar al boompjes en struiken geplant. Helaas zijn er daarvan een aantal opgegeten door reeën, en ook heeft een aantal boompjes het leven gelaten bij het vallen en kappen van bomen en weghalen van het hout met een tractor. Het behoud van de Haagbeuken is van groot belang voor het in stand houden van de bosstrook. Dat maakt ook dat Staatsbosbeheer niet mechanisch kan herbeplanten zoals dat eerder in de open plantvakken is gebeurd. Daarom is het zinvol dat we ons als goede buur inzetten om het bos opnieuw te beplanten. Gewoon met de spade, en als het droog is met een paar gieters water bij de hand.
Daarom hebben we ook dit jaar weer gevraagd om extra bomen en struiken aan Staatsbosbeheer. Helaas weten zij pas heel laat in het plantseizoen of er nog boompjes over zijn, dus konden wij pas donderdag voor Pasen boompjes gaan halen. Die staan ingekuild bij de Kemphaan, dus we zijn de bossen gaan halen met de aanhanger. Er stonden er nog best veel. Fijn dat we zelf ook soorten konden uitzoeken. We hebben vooral boompjes gekozen die ook wat opbrengen vanuit de Voedselbos-gedachte: Walnoten, Tamme Kastanjes, Wilde Kers, Sleedoorn. En daarnaast ook: Meidoorn, Eik, Beuk, Haagbeuk, Zachte Berk, Linde, Kardinaalsmuts, Wilde Liguster, Rode Kornoelje, Zwarte Els en Vogelkers. Het bos wordt gevarieerder!
Bij een bezoek aan een bos afgelopen najaar heb ik eikels en kastanjes verzameld. Deze heb ik gestratificeerd: In een pot met grond in de winter de koude periode door laten maken. Dat is nodig om de eikels te laten kiemen. Dat bleek goed gelukt, want bij het uitgraven waren er wel 100 gekiemde eikels en kastanjes. Die heb ik ieder een plekje gegeven in de bosstrook, in de hoop dat daar eikebomen en kastanjes staan als ik het mag meemaken en heel oud wordt. Genoeg om de 600 boompjes vol te maken.
Maar toch is het ook schrikken als je grote open plekken ziet, waar geen volwassen boom meer overeind staat. Hopelijk zal een groot deel van de boompjes aanslaan. We merken wel dat er meer druk komt op de bosstrook: er lopen meer mensen, ook met loslopende honden, en er spelen kinderen. Ook van de jonge boompjes van vorig jaar zien we er veel geknakt en omvergetrapt terug. En bij het vallen en zagen van bomen raken ook veel Haagbeuken beschadigd, omdat de Essen in de grillige takken van de Haagbeuk blijven hangen, die dan uitbreken. Ik vind het best lastig om mee te denken met Staatsbosbeheer hoe je nu het beste beheer op deze bosstrook kunt doen, zodat het bos zich kan herstellen.
Hopelijk dat we met deze extra 6000 boompjes toch weer een stap in de goede richting hebben gezet. Laten we met z'n allen trots zijn op het bos en zorgzaam voor de jonge aanplant. Bedankt Zilla en Eduard, Roy en Anouk, Katja, en ook Marie-José natuurlijk.