We proberen het knotten van de wilgen ieder jaar te plannen rond half januari. Dan zijn de wilgen allemaal in winterslaap, en verstoren we niet de sapstroom die tijdens het groeiseizoen door alle takken stroomt. Ook is januari de beste tijd om de staken van de wilg te planten als je die wilt laten uitgroeien tot een nieuwe boom. En het geeft ons altijd een fantastisch gevoel als wilgenstaken elders in Oosterwold een nieuwe bestemming vinden.
Een weekje geleden ben ik al begonnen met het knotwerk. We hebben een paar honderd wilgen staan, dus dat vraagt een aantal dagen. Omdat het best pittig werk kan zijn, spreid ik het zagen over een aantal dagen. En niet onbelangrijk: als je een uurtje lekker hebt gezaagd, dan hebben we de hele oprit en terras volliggen met indrukwekkende bomen. Want hoewel de takken ter hoogte van de knot worden afgezaagd, is er in twee jaar tijd meer dan vijf meter hout gegroeid, en sommige takken zijn meer dan tien centimeter dik.
Als we de takken klaar maken om te kunnen planten, halen we alle zijtakjes eraf. Ook kromme onderkanten zaag ik eraf. Die kunnen we prima opstoken in onze houtkachel.
We hebben hulp gekregen bij het knotten, en ook hebben een aantal mensen wilgen meegenomen om thuis te planten. Vrijdag hebben Suzanne en Richard meegeholpen. Zaterdag hebben Marc en Wilma geholpen. Marc heeft zijn eigen zaag meegenomen, en we konden hem nauwelijks onderbreken voor een koffie of een kop soep. We kunnen stellen dat wilgen knotten verslavend werkt.
Emmy heeft veel takken schoon gemaakt en een aantal kruiwagens met takken meegenomen om haar takkenril te vullen.
We spreken makkelijk over wilgen, maar er zijn veel verschillende soorten, en ik heb er een vijftal gesnoeid: schietwilg, gele (kraak-)wilg, geoorde wilg, katwilg, amandelwilg en grauwe wilg. We hebben ook boswilg, maar die kan je niet stekken; die moet je zaaien als je die wilt vermenigvuldigen. En dan zijn wilgen ook nog tweehuizig; dat betekent dat iedere plant een mannetje is of een vrouwtje, maar niet allebei. Daardoor bloeien de mannetjes anders (met stuifmeel) dan de vrouwtjes (met nectar).
Jos is langsgekomen om een aantal aparte soorten wilg mee te nemen. We konden samen rondlopen en een paar mooie takken uitkiezen. Een extra uitdaging was dat hij met de bakfiets was, en met kunst en vliegwerk is het gelukt om alles op te laden.
Een zevental takken van de kronkelwilg vonden grif aftrek via een advertentie op Marktplaats Oosterwold.
Ook Helga kwam met haar dochter om een wagen vol te laden met takken. De wilgen verspreiden zich over Oosterwold. Het lijkt wel een virus. Maar er is geen vaccin nodig.
Er blijven ontelbaar veel kleine takjes over. Daarvoor heeft Marie-José een nieuwe methode bedacht. Met de accu-heggeschaar zaagt ze deze takjes, samengebonden tot een grote bundel, in kleine stukjes, en die gebruiken we als houtsnippers op het pad langs de vijver. Dit werkt vooral goed als Marie-José het krat gebruikt dat we nog hebben staan van Heg-en-Landschap, zodat ze op hoogte kan zagen.
Een aantal wilgen krijgen ook katjes, en het is leuk om die takken op een vaas te zetten, zodat de katjes gaan bloeien. Van het snoeien hebben we genoeg takjes met katjes en dikke knoppen over om ze weg te geven aan bezoekers. Ook een aantal bezoekers van het winkeltje van Marjon hebben een bosje meegenomen. Zo kan je het voorjaar uitdelen.
Dank voor alle hulp, Richard, Marc, Wilma, Suzanne, Emmy. Het zijn supergezellige dagen om zo samen te werken en takken een nieuw leven te geven. Daarbij past ook een fotoverslag.